Bijbehorend bouwwerk
Voor het bouwen of verbouwen van een aanbouw of bijgebouw is vaak géén technische vergunning nodig. Het gaat hier bijvoorbeeld over een serre, een berging, een overkapping of garage in de tuin.
Geen technische vergunning nodig
Als u zich houdt aan de volgende voorwaarden is het gebouw (technisch) vergunningsvrij:
- Het gebouw staat op de begane grond
- Het is niet hoger dan 5 meter
- Het gebouw is niet voorzien van een verblijfsruimte (zoals een slaapkamer) op de 2e verdieping of hoger
- Het gebouw heeft geen dakterras, balkon of een andere, niet op de grond gelegen buitenruimte
- Het nog te bouwen gebouw wordt geen hoofdgebouw als gevolg van de bouwactiviteit
Geen ruimtelijke vergunning nodig
Soms heeft u ook een ruimtelijke vergunning nodig. Houdt u zich aan de volgende voorwaarden, dan is het gebouw in ieder geval (ruimtelijk) vergunningsvrij en hoeft het ook niet aan de regels in ons omgevingsplan te voldoen:
- Het gebouw ligt op niet meer dan 4 meter van het hoofdgebouw én:
- Het gebouw niet hoger is dan 5 meter
- Het mag niet hoger zijn dan 30 centimeter boven de 1e verdiepingsvloer van het huis
- Het gebouw is niet hoger dan het hoofdgebouw
- Het gebouw ligt op meer dan 4 meter van het hoofdgebouw:
- Het gebouw is lager dan 3 meter
- ls het gebouw hoger dan 3 meter, dan gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
- Het gebouw heeft een schuin dak
- De dakvoet (het laagste punt van een schuin dak) is niet hoger dan 3 meter
- De daknok (het hoogste punt van een schuin dak) bestaat uit 2 of meer schuine dakvlakken, met een hellingshoek van niet meer dan 55 graden (meetkundig)
- De daknok is niet hoger dan 5 meter en wordt verder begrensd door de volgende formule: maximale daknokhoogte in meters = (afstand daknok tot de perceelsgrens in meters x 0,47 + 3
- Het gebouw is functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw, tenzij het gaat om huisvesting in verband met mantelzorg
- De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het gebied waarin gebouwd wordt (dat is meestal uw achtererfgebied) is niet meer dan:
- Bij een bebouwingsgebied kleiner dan of gelijk aan 100 m2: 50% van het bebouwingsgebied
- Bij een bebouwingsgebied groter dan 100 m2 en kleiner dan of gelijk aan 300 m2: 50 m2, vermeerderd met 20% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 100 m2
- Bij een bebouwingsgebied groter dan 300 m2: 90 m2 vermeerderd met 10% van het deel van het bebouwingsgebied dat groter is dan 300 m2, tot een maximum van in totaal 150 m2
- Het gebouw is een uitbreiding van een hoofdgebouw of is gelegen aan of bij een hoofdgebouw, waarbij het hoofdgebouw niet is:
- Een woonwagen
- Een hoofdgebouw dat is gebouwd met een tijdelijke vergunning
- Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf door 1 huishouden
- Er is geen sprake van een beperking door externe veiligheid. Als u vermoed dat de externe veiligheid wél van invloed is op uw bouwplannen, bijvoorbeeld doordat in de buurt een opslag voor gevaarlijke stoffen is, of een buisleiding loopt, neem dan contact op met de gemeente
Als het gebouw niet voldoet aan 1 van deze voorwaarden dan heeft u een vergunning nodig, tenzij het gebouw voldoet aan de onderstaande voorwaarden én het voldoet aan de regels in ons omgevingsplan:
- Het gebouw staat op de grond
- Het is gelegen in achtererfgebied
- Het gebouw staat op een afstand van meer dan 1 meter vanaf openbaar toegankelijk gebied. Het gebouw is niet hoger dan 5 meter
- Alleen de eerste bouwlaag wordt gebruikt als verblijfsgebied
- Het gebouw heeft geen dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte
Monument
Bouwt u het bijgebouw of de aanbouw op of aan een monumentaal gebouw, dan heeft u altijd een ruimtelijke omgevingsvergunning nodig.
Vergunningsvrij, maar niet regelvrij
Voldoet uw bouwplan aan de voorwaarden voor vergunningsvrij bouwen, dan kan u zonder omgevingsvergunning bouwen. Het burenrecht uit het Burgerlijk Wetboek en bouwtechnische regels uit het Besluit bouwwerken leefomgeving gelden wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u er zelf voor zorgen dat u aan deze regels voldoet.